Als je een punt gezet hebt en je kunt niet verder is het
tijd om iets anders te gaan doen. Ik kan dat niet. Ik heb nog nooit een punt
geaccepteerd, achter welk verhaal dan ook. Ik kan zeker de punt achter mijn
eigen verhaal niet accepteren. Alles moet opnieuw en opnieuw gebeuren, steeds
weer anders, steeds weer nieuw en achter iedere punt moet een nieuwe zin of een
nieuwe alinea, nieuw hoofdstuk of een nieuw verhaal komen. Ik kan niet leven
met het idee van een definitief einde. Ik heb het geprobeerd, maar ik kan het
niet. Die ene laatste punt heeft me destijds het verstand doen verliezen, zodat
ik er voor kies om er niet meer in te geloven. Ik wil niet verdwijnen in een
punt. Zo zit dat. Punt uit.
Wat is er aan de orde in mijn leven? Waar leef ik voor? Ik
leef om te schrijven, dat is me wel duidelijk inmiddels. Een hele tijd leek het
alsof er op mijn leven een vloek rustte.
Ik was totaal verdwaasd en wist niet meer wie ik was. Langzaam maar zeker
herneem ik nu mijn identiteit. Ik ben, zoals iedereen, de hoofdpersoon in mijn
eigen verhaal, maar daarmee ben ik niet de hoofdpersoon voor de anderen. Dat
onderscheid is me pas later geheel duidelijk geworden, terwijl het toch eigenlijk
zo logisch is. Betekent dit dat ik dom ben? Ieder mens is zijn eigen hoofdpersoon
en zijn eigen oorzaak. Dat ik mijn eigen oorzaak ben is me ook geheel
duidelijk. Ik heb de wegen van mijn persoonlijk karma nauwlettend gevolgd en ik
kan alleen maar constateren dat karma inderdaad een realiteit is. Ben ik
gehersenspoeld, of is het echt zo dat het boeddhisme de waarheid spreekt?
Misschien ben ik te dom om het te kunnen weerspreken, of juist te slim om het
te ontkennen? Ach, waarom heb ik het alweer over al die levensbeschouwelijke
zaken?
Ik kan het niet hebben als het schrijven zo langzaam gaat.
Altijd heb ik de behoefte om vaart te maken, maar dat slaat nergens op. Het is
veel belangrijker om zinnige dingen te schrijven. Ik wil niet dat mijn leven op
een fiasco uitloopt. Er is een stukje van mezelf dat zich heel erg angstig en
klein voelt en juist dat stukje zoek ik en wil ik niet wegjagen met mijn
woedende zelf. Dat stukje is mijn dierbaarste bezit, terwijl ik er alleen maar
pijn van heb. “Wat wil je van me weten?” zegt dat stukje. “Je hebt alleen maar
last van me”. Ik hou van dit kleine stukje, dit stukje dat niet durft te leven.
Ik moet sterk zijn, maar ik ben dat niet. De wereld is zo groot!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten